De tweelingzusjes zijn behoorlijk kieskeurig als het om eten gaat. Friet, appeltaart en pannenkoeken vinden ze héél lekker maar het meeste eten vinden zij onverbloemd ‘vies’. Dit is iets wat veel ouders van hooggevoelige kinderen en hooggevoelige kinderen met een sterke wil zullen herkennen.
Een huiveringwekkende ontdekking
Hun ouders zijn inmiddels wel wat gewend, toch is vader behoorlijk verrast wanneer hij op een dag onder de tafel kruipt om iets te pakken en zijn blik valt op de rand aan de binnenkant van de tafel. Daar ziet hij, keurig op een rijtje het één en ander dat hij zich zijn leven nog zal heugen. Het ‘één en ander’ betreft voedsel: voornamelijk groenten, in verschillende stadia van ontbinding.
Betrapt!
Hij lokt zijn tweeling door verrast te roepen: “Nina en Lizzy, moet je komen kijken wat ik nú toch heb gevonden!”. Enthousiast en barstend van de nieuwsgierigheid rennen de meiden naar hem toe en schieten onder te tafel. Daar wijst hun vader naar de etensresten inclusief florerende schimmels. De ogen van de meiden worden zo groot als schoteltjes, blosjes verschijnen op hun wangen… betrapt!
Stralen!
Even is het stil. Dan zegt vader: “Ik vind dit GE-NI-AAL!”. Nu schieten de ogen van de meiden iets verder uit hun kassen. Vader spreekt verrast verder: “dat jullie deze plek vonden en hier al die tijd eten verborgen terwijl wij helemaal niets door hadden!” De ogen van de meiden gaan stralen en op hun gezicht verschijnt een grote glimlach.
Effectief
Vader’s antwoord op de gewiekstheid van zijn meiden was effectief. Nu hun ouders van hun trucje af wisten, werkte deze niet meer. Belangrijker nog is het positieve effect van hun vader’s reactie op het zelfbeeld van Nina en Lizzy. Vader had net zo goed dezelfde ontdekking kunnen bestempelen als ‘vies’ of ‘stout’. In dat geval had hij zijn meiden ook aangesproken, maar op een andere manier. Bijvoorbeeld door te zeggen “ik vind dit erg vies, dit is stout, dit mag echt niet meer”. De meiden waren dan wellicht ook gestopt met het wegstoppen van hun voedsel onder te tafel, maar zo’n reactie had een nadeliger effect gehad op hun zelfbeeld. Ze hadden namelijk teruggekoppeld gekregen dat ze ‘stout’ en ‘vies’ deden in plaats van vindingrijk.
Zelfbeeld
Kinderen bouwen hun zelfbeeld op aan de hand van de reacties die ze via anderen krijgen op hun gedrag en op hun zijn. Het zelfbeeld is letterlijk ‘hoe iemand zichzelf ziet’ en een positief zelfbeeld is belangrijk voor de sociaal-emotionele ontwikkeling van een kind. Het zelfbeeld is voortdurend in ontwikkeling, is dus geen vaststaand feit. De vader van Nina en Lizzy ken ik goed. Hij vond de bedorven eetrestanten ook vies en natuurlijk vond hij ook dat dit niet helemaal de bedoeling was. Hij zag alleen dat de ‘stoute actie’ van zijn dochters voortkwam uit hun vindingrijkheid en besloot hen dit terug te spiegelen.
Schaduwkanten en kwaliteiten
Elke schaduwkant is gekoppeld aan één of meerdere kwaliteiten. Als twee kanten van een medaille. Daniel Ofman, grondlegger van het kernkwadrant, spreekt van kwaliteiten en valkuilen. ‘Stout’ doen kan dus voortkomen uit vindingrijkheid of uit ‘lef’ of uit een ‘graag uitproberen’.
Hier een aantal schaduwkanten en daaraan gekoppelde kwaliteiten die herkenbaar zijn voor hooggevoelige kinderen (HG) en een sterke wil (SW) (let op: er kunnen meer kwaliteiten horen bij de schaduwkanten dan ik hier noem):
Schaduwkant |
Kwaliteit |
Verlegen |
Intense beleving (HG) |
Brutaal |
Verbaal sterk of moedig (SW) |
Druk |
Veel energie (SW) |
Piekeren |
Doordenken of verbanden leggen (HG) |
Snel van slag |
Sterk meevoelend of invoelend (HG) |
Driftig |
Vurig of ‘met pit’ (SW) |
Doordrammend |
Kan goed volhouden (SW) |
Liegen |
Vindingrijk (SW) |
Stout |
Vindingrijk, durf, humorvol, uitproberend, gewiekst (SW) |
Emmertje zit snel vol |
Neemt veel waar in relatief korte tijd (HG) |
Opleggend |
Weet goed wat hij/zij wil, bepaalt graag (SW) |
Gespannen |
Betrokken, begaan of gevoelig (HG) |
Aansluiting
Je kunt schaduwkanten dus in het licht van de bijbehorende kwaliteiten leren zien. Dat is wat de vader van Nina en Lizzy zo goed kan. Nina en Lizzy worden gezien in wat ze goed kunnen en niet in wat ze ‘slecht’ gedaan hebben. Door hun kwaliteiten te benadrukken, versterkt hij een positief zelfbeeld bij zijn dochters. Een ander voordeel is dat hij hiermee aansluiting op zijn dochters heeft, i.p.v. dat zij zich van hem afkeren. Nog twee voorbeelden ter illustratie.
Lars
Lars heeft bedacht dat hij dit weekend in de tuin gaat kamperen. Dat wil jij niet omdat de ervaring leert dat hij dan toch wel een paar keer in de nacht naar je toe komt en jij juist een goede nacht slaap nodig hebt. Lars geeft niet op en blijft met argumenten komen waarom het wél kan. Hij dramt en aandringen. Hij zegt ook dat jij een stomme ouder bent. Je sluit eerst aan met een erkenning. “Lastig hè, als je iets heel graag wilt en het gaat niet door!”. En dan: “terwijl je nog wel zo goed bent in het verzinnen van allerlei redenen waarom het wél door zou moeten gaan!”
Als je de kwaliteit benoemt
Met deze reactie benoem je de kwaliteit van Lars: ‘goed in het verzinnen van allerlei redenen en argumenten’. Met je reactie spiegel je hem in zijn kwaliteit, wat een positief effect heeft op zijn zelfbeeld. Je keurt niets goed of af, je geeft ook niet toe. Lars baalt nog steeds, maar voelt zich wel erkend (wat spanningsverlagend werkt) en hij zijn zelfbeeld loopt geen deuk op.
Als je de schaduwkant benoemt
Dat is anders als je zou zeggen: “als jij je zin niet krijgt, dan blijf je maar doordrammen en ga je zelfs gemene dingen zeggen”. Dan wordt namelijk aan het zelfbeeld van Lars toegevoegd dat hij een doordrammend kind is dat gemene dingen zegt als hij niet zijn zin krijgt. Het is dus voer voor een negatief zelfbeeld. Bovendien, als je beeld van jezelf is dat je drammend en gemeen wordt als je niet je zin krijgt, dan ga je je daar steeds meer naar gedragen.
Louise
Je moeder die regelmatig op woensdagmiddag oppast op je dochter Louise en haar nichtje Fenna, vertelt dat het haar opvalt dat je dochter toch wel erg snel van slag is. Vandaag gaf oma Fenna een standje omdat Fenna zonder het te vragen een fruit-tella uit oma’s tas pakte. Fenna moest toen huilen en Louise vervolgens ook. Terwijl oma echt niet boos was op Louise! Eenmaal thuis sluit je ook hier eerst aan met een erkenning: “dat was even schrikken hè, toen oma Fenna een standje gaf.” Louise knikt en kruipt tegen je aan. Vervolgens zeg je: “Als iemand verdrietig is, dan kun jij dat heel goed meevoelen, hè?”
Ook hier zal het herkennen en benoemen van Louise’s kwaliteit bijdragen aan een positief zelfbeeld bij Louise.
Een glimlach van een kind
Nu zou je kunnen denken dat het beter is om nooit meer schaduwkanten te benoemen. Dat is niet wat ik met dit blog over wil brengen. Het zou ook volkomen irreëel zijn. Wel is het een opluchting voor jezelf en goed voor het zelfbeeld van je kind om door de schaduwkanten heen de kwaliteiten van je kind te zien. Zeker in periodes waarin je kind het bloed onder je nagels vandaan haalt. Omdat ik elk kind en elke ouder zo vaak mogelijk de stralende ogen en de grote glimlach van Nina en Lizzy gun toen hun vader ze ‘betrapte’ op hun gewiekste vindingrijkheid.
Meer inzicht krijgen en leren?
Je bent welkom bij mijn cursussen en themadagen!
Janneke van Olphen – enVie | Gevoeligheid Grootbrengen