Ik sla mijn arm om zijn schouder. Met een norse blik en een grom, slaat hij mijn arm van zich af. Hij staat bol van de spanning en is zó gefrustreerd! Het was een intensieve dag, mijn gevoelige zoon zit aan zijn taks en is toe aan slaap. Nu komt hij erachter dat hij nog een huiswerkopdracht heeft die hij over het hoofd had gezien en persé nog wil maken. De tranen staan in zijn ogen, maar de frustratie overheerst. Hij is boos. Op mij.
Zondebok
Het komt namelijk door mij dat het nu zo laat is. Ik moest na school nog zo nodig boodschappen doen en daardoor waren wij véél later thuis dan gewoonlijk. Dat hij, eenmaal thuis, een uur lang lanterfantte speelt geen enkele rol. Er gebeurt nu iets wat hij niet leuk vindt en dan doet hij wat veel kinderen in zo’n geval doen: mij (de ouder) de schuld geven.
Het volstaat niet
Ik herken dit mechanisme. Daarom weet ik dat hij, wat hem overkomt, nu niet kan (ver)dragen. Dus moet ik even de schuldige zijn: gedeelde smart is halve smart. Prima, ik kan het hebben. Maar mij de schuld geven, volstaat niet. Hij schrijft, maar maakt een fout. Vloekend gumt hij de zin uit die niet klopt, waarbij het papier bijna scheurt. Dat is het moment dat ik mijn arm om zijn schouder sla en hij mij grommend van zich afslaat. Ik zie dat achter die boze, gefrustreerde muur die hij mij laat zien, verdriet en heel veel spanning schuilt. Hij kan nu niet helder nadenken, dus wordt het knap lastig om dat huiswerk te maken.
Gevecht
“Ben jij boos op mij?” vraag ik hem. “Ja, natuurlijk” antwoordt hij fel. “Je bent boos op mij omdat we boodschappen gingen doen en niet direct naar huis gingen en het nu al zo laat is”, vervolg ik. “Ja! Dat zei ik je net!” antwoordt hij op barse toon. “Oké”, zeg ik, “kom maar op! Kom die boosheid er maar uitmeppen!”. En ik pak de twee grote kussens die we op de bank hebben liggen. Vertwijfeld kijkt hij mij aan: zal hij wel of zal hij niet? Ik geef hem een eerste, zachte bons met het kussen. Hij pakt het andere kussen en slaat terug. “Is dat alles?” vraag ik hem, met een uitdagende blik in mijn ogen. En dan gaat hij los, en ik ook. Niet in het gezicht, is onze regel. Dat vindt hij zelf ook niet fijn.
Spanning eruit
Eerst is hij boos, maar dan neemt het plezier het over en begint hij te lachen. Met name als hij mij goed te grazen heeft, natuurlijk. Ik zorg ervoor dat hij flink wat successen boekt, waardoor hij in ‘the winning mood’ komt. Die winning mood neemt het gaandeweg over van de machteloosheid waarin hij eerder verkeerde. Ondertussen raakt hij, dankzij de fysieke inspanning, ook een flink deel van zijn spanning kwijt. Als het klaar is, mag ik hem in mijn armen nemen en hem erkenning geven. “Frustrerend is dat, hè?”, zeg ik “Dan heb je al zo hard gewerkt op school, denk je dat je klaar bent en dan is er toch nog weer iets, terwijl het als zo laat is! Daar heb je dan zó géén zin meer in”. “Ja” zegt hij en zucht diep.
Hij gaat weer aan tafel zitten, zijn gekreukelde vel papier voor zich. Ik zit naast hem, mijn been tegen de zijne. Hij heeft mijn aanwezigheid en steun nog wel nodig, maar is de grootste spanning kwijt. Hij kan weer helder nadenken en maakt zijn huiswerk snel af. Met een chocolaatje, dat dan weer wel.
Een hooggevoelig kind raakt sneller overspoeld
Je ouders de schuld geven voor iets dat je zelf niet kunt verdragen, is een psychologisch mechanisme dat bij alle kinderen voorkomt. Kinderen die hooggevoelig zijn, raken sneller overspoeld / overprikkeld door alle indrukken die zij opdoen. Daarom komt het bij hen vaker voor dat zij iets (nog) niet kunnen hebben en kan dit mechanisme van ‘jou de schuld geven’ vaker voorkomen. Kinderen die naast hooggevoelig ook strong-willed zijn, weten vaak heel goed wat zij willen en willen ook graag zelf bepalen. Het gaat echter niet altijd zoals zij het willen en ze kunnen ook lang niet altijd bepalen. Dat is frustrerend voor het kind en doet de spanning vanbinnen stijgen, waardoor het kind niet meer veel meer kan hebben. Kortom: als een kind erg gespannen is, kan het niet meer zoveel hebben en kan het daardoor terugvallen op dit psychologische redmiddel: jou de schuld geven.
Herken het!
Als je dit mechanisme niet herkent, kan het makkelijk gebeuren dat jij je het als ouder aantrekt dat je kind jou de schuld geeft. Daarom is het fijn als je dit mechanisme (her)kent. Dan kun je er op hele verschillende manieren mee omgaan, waaronder de manier die ik in dit blog heb beschreven. Op deze manier zorg je ervoor dat je kind op speelse wijze zijn/haar boosheid kwijt kan. Omdat je kind speels / lachend zijn/haar boosheid kwijt raakt, zal de agressie richting de ouders afnemen.
Janneke van Olphen – enVie | Gevoeligheid Grootbrengen